Een dwangsom is een geldbedrag (som) dat betaald moet worden bij het niet nakomen van een wettelijke verplichting. Een dwangsom wordt gebruikt om een burger of bedrijf tot het nakomen van de afspraken te dwingen door ze een financiële sanctie op te leggen.
Een dwangsom kan worden opgelegd door de rechter en overheidsorganisaties, zoals gemeenten en de belastingdienst. Een dwangsom kan niet opgelegd worden door een bedrijf of natuurlijk persoon (individuen).
Voorbeeld:
Gemeente X stelt vast dat een bedrijf een bouwwerk heeft geplaatst op gemeentegrond. De gemeente sommeert het bedrijf met een brief dit bouwwerk weg te halen, uiterlijk binnen 28 dagen na dagtekening van de brief. Wanneer dit bouwwerk na 28 dagen na de dagtekening van de brief niet van de gemeentegrond is verwijderd, wordt per geconstateerde overtreding een boete van 2.500 euro verbeurd verklaard.
In het voorbeeld staat een last onder dwangsom, of ook wel dwangsom, beschreven. Een dwangsom geeft overheidsorganisaties een middel om mensen of bedrijf te dwingen (dwang) om een bepaalde actie uit te voeren, alleen in bepaalde gevallen bij het overtreden van een wet, door het geven van een financiële prikkel (som).
Wanneer kan een dwangsom worden opgelegd?
Wanneer een burger of bedrijf een overtreding begaat en in de wet vastgelegd staat dat er bestuursdwang toegepast kan worden, kan er door de publieke organisatie een dwangsom opgelegd worden. Het is dus niet zo dat voor elke overtreding een dwangsom opgelegd kan worden. Het moet namelijk wel zo zijn dat de burger of het bedrijf in de wet kan vinden wanneer een dwangsom opgelegd kan worden.
Waar moet een dwangsom aan voldoen?
Een dwangsom wordt door een bestuursorgaan (publieke organisatie) pas opgelegd nadat er een officieel besluit genomen wordt tot handhaving. Dit betekent dat bijvoorbeeld een gemeente een besluit moet nemen om actie te ondernemen tegen een burger of bedrijf die de wet overtreedt, dit wordt ook wel een handhavingsbesluit genoemd. Een besluit door een bestuursorgaan wordt ook wel beschikking genoemd.
Voordat het bestuursorgaan een definitieve dwangsom oplegt moet zij eerst een voornemen tot last onder dwangsom opleggen. Dit is vaak de eerste officiële brief die je ontvangt waarin staat wat de onrechtmatige situatie is (welke wet of voorschrift je overtreedt) en dat het bestuursorgaan het voornemen heeft om jouw een last onder dwangsom op te leggen. Je krijgt de kans om hierop te reageren door jouw kant van het verhaal te vertellen en hoe jij er naar kijkt. Op basis van jouw reactie zal het bestuursorgaan beslissen of zij wel of niet doorgaat met het opleggen van een dwangsom. Gaat het bestuursorgaan mee in jouw verhaal dan vervalt de dwangsom, doet zij dit niet dan krijg je vervolgens een officiële brief met een last onder dwangsom. Dit wordt ook wel een handhavingsbesluit genoemd. Het handhavingsbesluit moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Overtreding: Welke wet of voorschrift is overtreden.
- Dwangmiddel: Dat een last onder dwangsom opgelegd wordt.
- Oplossing (last): Wat de burger of het bedrijf kan doen om te voorkomen dat de dwangsom verbeurd wordt.
- Oplossingstermijn: De termijn die de burger of het bedrijf heeft om het op te lossen.
Daarnaast mag een dwangsom niet onnodig zwaar zijn. Bij een gemeente wordt de hoogte van de dwangsom veelal opgesteld door een juridische medewerker en moet deze door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurd worden. Zij toetsen dan ook of de last onder dwangsom niet te zwaar of te licht is. Van een te zware dwangsom is niet vaak sprake.
Wat kun je doen tegen een dwangsom?
Een bestuursorgaan legt eerst een voornemen tot last onder dwangsom op. Hierin wordt jouw de mogelijkheid gegeven om jouw kijk op de situatie aan te geven. Dit wordt een zienswijze genoemd. Weet je niet precies waar je staat, zorg er dan voor dat je een juridisch specialist erbij betrekt om jou hierin te ondersteunen. Indien het bestuursorgaan niet akkoord gaat met jouw reactie, krijg je een officiële brief met een last onder dwangsom opgelegd. Hierop kun je bezwaar aantekenen. Wil je weten hoe je bezwaar maakt tegen een dwangsom?
Betaaltermijn dwangsom
Voor het betalen van een dwangsom heb je 6 weken de tijd na het verbeuren van de dwangsom. Dit moet meteen betaald worden omdat de last, bij het niet voldoen, automatisch verbeurt. Dit wordt ook wel van rechtswege genoemd of bij de wet.
Wie kan een last onder dwangsom opleggen?
De rechter of publieke organisaties, zoals de belastingdienst en gemeenten kunnen een (last onder) dwangsom opleggen.
Wat als ik een last onder dwangsom opgelegd heb gekregen?
Wanneer je de overtreding blijft begaan, dan zal een dwangsom verbeuren. Dit houdt in dat je het dwangsombedrag moet gaan betalen. In de last onder dwangsom staat de termijn genoemd waarbinnen je de overtreding ongedaan moet maken. In de last onder dwangsom staat ook hoe vaak je een overtreding kan begaan, bij het uitblijven van de oplossing.
Dan moet je bijvoorbeeld iedere week dat jouw oplossing uitblijft, een bepaald bedrag betalen. Daar zit meestal wel een maximum op. De overtreding moet wel geconstateerd worden door een toezichthouder. Die gaat dan wekelijks langs om te kijken of jij de overtreding hebt beëindigd.
Wat als je een dwangsom niet betaalt?
Als de dwangsom verbeurt, dan beslist het bestuursorgaan over de invordering. Het bestuursorgaan kiest of het geldbedrag geïnd gaat worden. Het bestuursorgaan heeft daar in principe vijf jaar de tijd voor. Als een beslissing wordt genomen, dan begint die termijn van vijf jaar opnieuw te lopen.
Op de beslissing, ook wel het besluit, kun je in bezwaar gaan. Je kunt hierbij aangeven waarom je het niet eens bent met de invordering. Bijvoorbeeld omdat je vindt dat je de overtreding wel ongedaan hebt gemaakt.
Als je de last onder dwangsom niet betaalt, dan ontvang je een aanmaning van het bestuursorgaan. Het kan zijn dat je wettelijke rente en incassokosten moet gaan betalen. Als jouw betaling uitblijft, dan kan het bestuursorgaan een gerechtsdeurwaarder bij jou langs sturen.