Als je overeenkomsten sluit, heb je bepaalde verwachtingen. Sluit je een koopovereenkomst voor een auto, dan verwacht je dat de auto bepaalde eigenschappen bezit. Stel, je koopt een tweedehands auto. De verkoper geeft aan dat de kilometerstand 50.000 kilometer is. Even later kom je erachter dat de kilometerstand veel hoger is dan 50.000 kilometer. Kun je de koop ongedaan maken?
Jazeker! Je kunt de overeenkomst terugdraaien op grond van het wilsgebrek bedrog. Wat een wilsgebrek is, welke eisen de wet stelt aan bedrog en wat de gevolgen zijn voor een beroep op bedrog, lees je in dit artikel. Omdat bedrog en dwaling op elkaar lijken, wordt het onderscheid tussen bedrog en dwaling kort besproken.
Wat is een wilsgebrek?
Voor het sluiten van overeenkomsten is een rechtshandeling nodig. Dit kun je terugvinden in artikel 3:33 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Een rechtshandeling is een verklaring van een of meer personen die rechtsgevolgen met zich meebrengt. Een simpel voorbeeld legt dit uit.
Als een bakker bruinbrood aanbiedt voor €2,50 en een andere persoon verklaart het bruinbrood te willen kopen voor €2,50, dan stemmen wil en verklaring overeen. De verklaringen van de bakker en de persoon die het brood wil kopen hebben tot gevolg dat het brood overgedragen wordt van de bakker naar de koper (= het rechtsgevolg).
Leuk feitje: de naam “bruinbrood” mag alleen gebruikt worden als het voornaamste bestanddeel in het brood volkorenmeel is. Dit kun je lezen in artikel 9 van de Warenwetbesluit Meel en Brood. Stel dat de bakker weet dat hij brood onder de naam “bruinbrood” heeft verkocht waar het voornaamste bestanddeel niet volkorenmeel, maar tarwebloem is. Komt de koper hier achter, dan is zijn wil gebaseerd op onjuiste mededelingen. Dit noem je een wilsgebrek.
Er zijn vier vormen van wilsgebreken: dwaling, bedrog, misbruik van omstandigheden en bedreiging. In dit artikel focussen we ons op het wilsgebrek bedrog.
Welke eisen gelden voor een beroep op bedrog?
De definitie van het wilsgebrek bedrog staat in artikel 3:44 lid 3 BW. Een beroep op bedrog kan gedaan worden door de persoon die door iemand wordt bewogen om bepaalde rechtshandelingen te verrichten, waarbij één van de drie middelen van bedrog wordt gebruikt. De drie middelen van bedrog zijn: het opzettelijk doen van onjuiste mededelingen, het opzettelijk verzwijgen van belangrijke (verplichte) gegevens of het verrichten van een andere “kunstgreep”.
Om de eisen overzichtelijker te maken, worden alle eisen apart besproken.
Opzet
Voor een geslaagd beroep op bedrog is het aantonen van opzet vereist. Je moet aantonen dat de wederpartij het oogmerk had om jou te bedriegen, zodat jij de overeenkomst zou aangaan. Een voorbeeld van opzet is de fietsverkoper die de koper laat geloven dat de elektrische fiets nieuw is, terwijl hij in werkelijkheid met opzet een accu van twee jaar oud in de elektrische fiets heeft gemonteerd.
Onjuiste mededeling
Van bedrog kan sprake zijn als iemand opzettelijk onjuiste mededelingen doet, waardoor jij de overeenkomst sluit. Het gaat om leugens en feiten die niet waar zijn. Denk aan een verkoper die meedeelt dat het horloge 22 karaats goud bevat, terwijl hij weet dat het horloge in werkelijkheid maar 14 karaats goud bevat. De onjuiste mededeling levert bedrog op.
Verzwijging van gegevens
In een aantal gevallen ben je verplicht om bepaalde belangrijke gegevens te verstrekken. Denk aan verkopers die een stuk grond veilen, wetende dat de gemeente een bouwverbod voor dat stuk grond heeft afgekondigd. Verkopers zijn op grond van hun zorgplicht verplicht om eventuele kopers voorafgaand aan de veiling te attenderen op dit bouwverbod. Verzwijg je die gegevens met als doel de wederpartij tot het sluiten van de overeenkomst te bewegen, dan levert dat een vorm van bedrog op.
Een andere “kunstgreep”
Een kunstgreep is een trucje om opzettelijk bij anderen een onjuiste voorstelling van zaken te schetsen, zodat zij een overeenkomst aangaan. Naast het verstrekken van onjuiste mededelingen en het verzwijgen van gegevens kun je denken aan het vervalsen van stukken of het opgeven of gebruiken van valse namen, adressen of hoedanigheden of het gebruiken van de naam of het adres van iemand anders. Denk aan iemand die zich als notaris of advocaat voordoet en onder die hoedanigheid opdrachten uitvoert, terwijl hij in werkelijkheid geen juridische titel heeft.
Causaal verband
Er moet een oorzakelijk verband aanwezig zijn tussen het bedrog en het aangaan van de overeenkomst. Om dit te controleren, kun je jezelf de vraag stellen of je de overeenkomst onder dezelfde voorwaarden ook zou hebben gesloten als geen sprake was van bedrog. Iemand die 50.000 euro betaalt voor een schilderij van Vermeer dat achteraf een replica blijkt, zal hoogstwaarschijnlijk geen 50.000 euro voor het schilderij betalen wetende dat het een replica is. Daarom is in zo’n situatie oorzakelijk verband aanwezig.
Wat is geen bedrog?
Veel bedrijven maken reclame voor hun producten. Het is algemeen bekend dat reclame-uitingen vaak overdrijven. Denk aan de slogan van Witte Reus “Wast een berg, kost een beetje”. Ook aanprijzingen als “de beste”, “de mooiste” of “de goedkoopste” komen vaak voor. Deze zogenoemde “aanprijzingen in algemene bewoording” leveren geen bedrog op.
Ook meningen van de verkoper leveren geen bedrog op. Als een verkoper aangeeft dat de auto in zijn ogen loopt als een trein, dan mag de koper daar niet zomaar op vertrouwen.
Wat is het verschil tussen dwaling en bedrog?
Dwaling en bedrog lijken veel op elkaar. Bij dwaling gaat het namelijk ook om een verkeerde voorstelling van zaken doordat een partij onjuiste mededelingen doet of bepaalde inlichtingen had moeten verschaffen en dit niet heeft gedaan. Toch zijn er belangrijke verschillen op te merken.
Allereerst vereist dwaling geen opzet. Kun je opzet niet aantonen, dan zou je je kunnen beroepen op dwaling. Daar staat tegenover dat een beroep op dwaling een onderzoeksplicht met zich meebrengt. Hoever de onderzoeksplicht reikt, is per geval verschillend.
Koop je een tweedehands auto, dan zul je ondanks de mededelingen van de koper zelf onderzoek moeten doen, door bijvoorbeeld een proefrit te maken of onderhoudsboekjes te raadplegen. Bij een nieuwe auto zal de onderzoeksplicht minder ver reiken.
Welke gevolgen heeft bedrog voor de overeenkomst?
Is sprake van bedrog, dan kan de overeenkomst vernietigd worden. Met de nadruk op kan, want als de koper, ondanks het bedrog, de overeenkomst in stand wil laten, is dat mogelijk.
Vernietigen houdt in dat de overeenkomst teruggedraaid wordt. Zowel vernietigen door de rechter als vernietigen buiten de rechter om is mogelijk. Buiten de rechter om kun je degene die partij was bij de overeenkomst meedelen dat je de overeenkomst vernietigt op grond van bedrog.
Is de overeenkomst vernietigd, dan heeft de overeenkomst in de praktijk wel plaatsgevonden, maar juridisch nooit bestaan. Geld wat betaald is moet teruggegeven worden, evenals het product waarvoor betaald is.