Wat is interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid?

bestuurdersaansprakelijkheid

Wat is interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid?

Start je in Nederland een eigen bedrijf, dan kun je kiezen uit verschillende rechtsvormen. Van tevoren is het verstandig om te kijken welke risico’s elke rechtsvorm met zich meebrengt. Wil je je bedrijf onderbrengen in een eenmanszaak, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of een maatschap, wees je dan bewust van het feit dat je met je privévermogen aansprakelijk bent voor de schulden van je bedrijf. Kies je voor een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid, zoals een Besloten Vennootschap (BV) of een Naamloze Vennootschap (NV), dan is je bedrijf als rechtspersoon zelf aansprakelijk voor hun daden. Slechts in uitzonderlijke gevallen zijn bestuurders van een BV of NV in privé aansprakelijk te stellen voor daden van de vennootschap of daden van bestuurders. Is een bestuurder in persoon aansprakelijk, dan spreek je van interne of externe bestuurdersaansprakelijkheid.

Meer over de interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid lees je in dit artikel.

Wanneer is sprake van interne bestuurdersaansprakelijkheid?

Bij interne aansprakelijkheid spreek je van aansprakelijkheid binnen de onderneming. Het gaat om de situatie dat één of meerdere bestuurders onbehoorlijk gehandeld heeft tegenover de onderneming. 

Een behoorlijke taakvervulling

Artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek geeft aan dat iedere bestuurder tegenover de rechtspersoon zijn taak behoorlijk moet uitvoeren. Het gaat om taken die niet aan andere bestuurders zijn toebedeeld. Denk aan het beheren van de portemonnee, het organiseren van evenementen of het vertegenwoordigen van de onderneming tijdens onderhandelingen met derden (bijvoorbeeld met afnemers).

Een bestuurder moet handelen met het inzicht en de zorgvuldigheid die van een bestuurder met bepaalde taken verwacht wordt. Van een bestuurder die contracten sluit met leveranciers kan bijvoorbeeld worden verwacht dat hij binnen een bepaald budget blijft en alleen met een vast aantal leveranciers in zee gaat.

Collectieve verantwoordelijkheid

Naast een behoorlijke taakuitoefening, draagt iedere bestuurder de verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken in het bedrijf. Bij algemene zaken kun je denken aan het functioneren op de markt, de financiële status van het bedrijf en de deskundigheid van personeel. 

Heb je meerdere bestuurders in je bedrijf, dan zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor een behoorlijke uitoefening van hun taken. Als één bestuurder een fout maakt, draaien alle bestuurders daarvoor op. Bestuurders moeten immers toezicht op elkaar houden en fouten van medebestuurders zien te voorkomen. 

Wat houdt onbehoorlijke taakvervulling in?

Fouten maken is menselijk. Ook bestuurders kunnen per ongeluk een fout maken. Een bestuurder die de betalingstermijn van een factuur laat verstrijken, handelt nog niet meteen onbehoorlijk. Uit het arrest Staleman/Van de Ven volgt dat de bestuurder pas persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden als de bestuurder ernstig verwijtbaar gehandeld heeft. Ook moet de bestuurder nagelaten hebben om maatregelen te treffen die ervoor hadden moeten zorgen dat de gevolgen van onbehoorlijk handelen niet groter werden. 

Het Staleman/Van de Ven arrest gaat over twee bestuurders van een autobedrijf. Een aantal lease-activiteiten die gesloten werden bleken ernstig verlies te lijden. Zo werden grote hoeveelheden auto’s in lease uitgegeven en juridisch onjuiste leasecontracten ondertekend. Ook waren veel leaseauto’s onverzekerd uitgegeven. De Hoge Raad oordeelde daarom dat de bestuurders ernstig verwijtbaar handelden en intern aansprakelijk waren tegenover de onderneming. 

Per geval moeten alle omstandigheden bekeken worden. De Hoge Raad heeft in het Staleman/Van de Ven arrest een lijst gemaakt van omstandigheden die je mee moet nemen bij het beoordelen van de (on)behoorlijke taakvervulling.

  • De aard van de activiteiten die door de rechtspersoon worden uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan lease-activiteiten. 
  • De risico’s die de activiteiten met zich meebrengen. Denk aan de hoge uitgaven die een lease-activiteit met zich mee kan brengen, bijvoorbeeld als een leaseauto onverzekerd rondrijdt. 
  • De verdeling van taken binnen het bestuur. 
  • De voor het bestuur geldende richtlijnen. 
  • Gegevens waarover de bestuurder de beschikking had of behoorde te hebben toen hij beslissingen nam.

Wat in ieder geval tot interne bestuurdersaansprakelijkheid lijdt, is het handelen in strijd met de wettelijke of statutaire regels die een onderneming horen te beschermen. Dit vloeit voort uit het arrest Berghuizer/Papierfabriek. Een bestuurder verrichte een transactie zonder statutaire goedkeuring van de Raad van Commissarissen. In zo’n geval maakt de bestuurder zich schuldig aan ernstig verwijtbare onbehoorlijke taakvervulling.

Wanneer is sprake van externe bestuurdersaansprakelijkheid?

Artikel 2:5 van het Burgerlijk Wetboek geeft aan dat bestuurders in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor schulden van een onderneming, zoals bijvoorbeeld een BV. Handelt de bestuurder onbehoorlijk tegenover anderen dan de rechtspersoon (derden), dan levert dat externe bestuurdersaansprakelijkheid op.

Ook het onrechtmatig handelen van de bestuurder tegenover derden levert externe bestuurdersaansprakelijkheid op. De aansprakelijkheid wordt als het ware doorbroken doordat de aansprakelijkheid van de onderneming naar één of meer bestuurders uitgebreid wordt. Veelal is externe bestuurdersaansprakelijkheid het gevolg van een onbetaald gebleven schuldeiser die een vordering op de onderneming heeft. 

Externe bestuurdersaansprakelijkheid op grond van de onrechtmatige daad

Volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek moet een bestuurder die tegenover derden een toerekenbare onrechtmatige daad pleegt, de schade die de derde daardoor lijdt, vergoeden. 

Omdat bestuurders nou eenmaal risico’s nemen, wordt een onrechtmatige daad niet snel aangenomen. In het Tulip air-arrest is bepaald dat een bestuurder alleen tegenover derden (zoals schuldeisers van de onderneming) een onrechtmatige daad pleegt, als de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt kan worden.

Van een persoonlijk ernstig verwijt is sprake als de bestuurder een overeenkomst namens de onderneming sluit waarvan hij weet dat de onderneming die niet kan nakomen en daardoor schade veroorzaakt bij derden. Denk aan een bestuurder die met een afnemer een overeenkomst sluit waarbij de onderneming 50.000 kilo veevoer moet leveren. Weet of had de bestuurder moeten weten dat de onderneming deze hoeveelheid niet kan leveren, dan kan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt.

Daarnaast kan een bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt als een bestuurder toelaat of er juist voor zorgt dat de onderneming een overeenkomst met derden niet nakomt, waardoor derden schade lijden. Denk aan een bestuurder die de kas van de onderneming leeghaalt, zodat de onderneming schuldeisers niet op tijd kan betalen. 

Externe bestuurdersaansprakelijkheid op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur

Is de onderneming failliet gegaan, dan kan een bestuurder persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover derden als de bestuurder heeft gezorgd voor een tekort in de faillissementsboedel. De externe bestuurdersaansprakelijkheid is voor de Besloten Vennootschap geregeld in artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek en voor de Naamloze Vennootschap in artikel 2:138 van het Burgerlijk Wetboek. De bestuurder moet voor deze vorm van aansprakelijkheid kennelijk onbehoorlijk gehandeld hebben. Onbehoorlijk bestuur staat in ieder geval vast als het bestuur de jaarrekening niet of niet op tijd bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd heeft.  

De bewijslast van kennelijk onbehoorlijk bestuur ligt bij de curator. De curator is de persoon die ervoor zorgt dat een faillissement afgehandeld wordt. Een schuldeiser van de onderneming kan dus niet via artikel 2:248 of 2:138 van het Burgerlijk Wetboek een beroep doen op kennelijk onbehoorlijk bestuur. 

Een voorbeeld van kennelijk onbehoorlijk bestuur is een bestuurder die de kredietwaardigheid van partners van de onderneming niet voldoende onderzocht heeft. Stel dat de bestuurder een overeenkomst afsluit met een afnemer die de afgesproken prijs niet betaalt. Als komt vast te staan dat de bestuurder door middel van onderzoek had kunnen weten dat de afnemer zijn betalingsverplichtingen niet kon nakomen, handelt de bestuurder kennelijk onbehoorlijk. 

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp

Direct weten wat je kunt doen?

Wij helpen je graag met jouw juridische vraagstuk. In een gratis intakegesprek met één van onze specialisten bespreken we jouw situatie en vertellen we wat we voor jou kunnen doen.

mr. L.M. van Dijk
Juridisch specialist  
Specialisatie: privaatrecht & bestuursrecht

Meer artikelen:

geheimcode 7

Wat is geheimcode 7?

Geheimcode 7 is het aanvragen van de geheimhouding van de persoonsgegevens uit de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP). Op

Nieuwe artikelen ontvangen via de mail

Nieuwe artikelen ontvangen via de mail

Disclaimer

De artikelen van Juspecia zijn met aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Toch kan informatie verouderd zijn of niet helemaal correct zijn weergegeven. De juridische kwalificatie van gebeurtenissen hangen af van de omstandigheden van het geval. Neem bij twijfel contact op met een jurist. Juspecia is niet aansprakelijk voor (verkeerd) gebruik van de informatie in de artikelen. Aan de artikelen van Juspecia kunnen geen rechten worden ontleend.

Ⓒ 2021 - All Rights Are Reserved