De gemeente verleent een vergunning voor de bouw van een woning, de provincie verleent een vergunning voor de kap van een boom en het Rijk verleent subsidies voor de bouw van een zonnepark. De overheid neemt hierin vaak eenzijdig een besluit. Dit brengt de overheid in een machtspositie. Het kan heel veel impact hebben als jouw aanvraag voor een bijstandsuitkering geweigerd wordt.
Om burgers en bedrijven te beschermen zijn er daarom geschreven en ongeschreven regels waar de overheid zich aan moet houden. Dit zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s) en de algemene rechtsbeginselen. Deze beginselen zijn onderverdeeld in formele en materiële beginselen. Formele beginselen gaan over het proces van het nemen van besluiten.
Het materiële beginsel gaat over de inhoud van de besluiten. Is een besluit goed gemotiveerd en wordt het besluit goed uitgevoerd?
Wat is een beginsel?
Een beginsel is een uitgangspunt. Ook wel een regel waar het bestuursorgaan zich in ieder geval aan moet houden.
Welke soorten beginselen zijn er?
In dit artikel worden verschillende soorten beginselen uitgelegd.
Vertrouwensbeginsel
Het vertrouwensbeginsel bestaat uit het beginsel dat als bijvoorbeeld een burgemeester gerechtvaardigde verwachtingen bij jou als burger opwekt, in principe die gerechtvaardigde verwachtingen moeten worden vervuld. Het gaat bijvoorbeeld om toezeggingen om niet te gaan handhaven, of het beloven dat een vergunning verleend gaat worden.
Hierbij is het van belang wie de toezegging heeft gedaan. Is dat een baliemedewerker geweest, die in principe geen vergunningen behandelt, dan kun je daar minder snel op vertrouwen, dan als een wethouder toezegt jou een vergunning te verlenen.
Rechtszekerheidsbeginsel
Als je niet genoeg duidelijkheid hebt over je rechtspositie levert dat strijd op met het rechtszekerheidsbeginsel. Dat is bijvoorbeeld het geval als de gemeente jou niet duidelijk vertelt wanneer je recht hebt op een bijstandsuitkering. Een ander voorbeeld is juist dat de gemeente jouw uitkering niet zomaar stop mag zetten, zonder opgaaf van redenen.
Het bestuursorgaan moet het besluit zo formuleren dat het voor de burger duidelijk is wat precies van hem wordt verlangd. Wordt een vergunning geweigerd, dan moet duidelijk zijn waar het mis is gegaan. Ook bij het weigeren van een bijstandsuitkering, moet de gemeente duidelijk aangeven waarom de uitkering geweigerd wordt.
Legaliteitsbeginsel
De overheid mag nooit iets doen, zonder daarvoor een wettelijke basis te hebben. In de wet worden de bevoegdheden van de overheid gegeven. Zo staat in de wet dat de gemeente mag handhaven als de openbare orde wordt verstoord. De handhaving is het instrument, de openbare orde is de overtreding, de wettelijke basis is de grondslag. In artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat een dwangsom mag worden opgelegd door een bestuursorgaan dat daartoe bevoegd is.
Het legaliteitsbeginsel is ook in het strafrecht een belangrijke bepaling. Je mag niet gestraft worden voor iets wat niet in de wet staat.
Onpartijdigheidsbeginsel
Een rechter, maar ook een ambtenaar mag niet betrokken zijn of beslissen over een zaak waar hij zelf bij betrokken is. Als een strafrechter zijn buurman moet berechten, zal hij dit aan een collega overlaten. Ook kan een ambtenaar niet de vergunning van zijn lievelingsrestaurant verlenen.
Zodra ook maar enige partijdigheid zou kunnen worden gewekt, wordt geadviseerd het werk aan een collega over te laten. Anders zit het risico erin dat achteraf een besluit wordt vernietigd, of het risico is dat een rechter wordt gewraakt.
Een ander voorbeeld van partijdigheid kan zijn dat een ambtenaar of rechter bepaalde dingen zegt die wijzen op partijdigheid. Een rechter die tijdens een zitting zegt dat een partij weinig kans maakt, kan worden gewraakt door vooringenomenheid.
Gelijkheidsbeginsel
Dit beginsel is gegrond in artikel 1 van de Grondwet. Gelijke behandeling is een belangrijke pijler in onze rechtstaat. Burgers in gelijke omstandigheden mogen niet ongelijk behandeld worden. Discriminatie wegens geloofsovertuiging, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
In het bestuursrecht ziet het gelijkheidsbeginsel vooral op het nemen van een ander besluit in bijna exact dezelfde situatie. De overheid mag dit niet zomaar doen. In een besluit moet worden aangegeven waarom hier een ander besluit wordt genomen en waarom de omstandigheden afwijken van het eerdere geval.
Als bijvoorbeeld vergunningen in dezelfde straat worden verleend om aan de voorzijde van een woning een dakkapel te bouwen, dan mag dat bij een andere buurman met precies hetzelfde huis in precies dezelfde straat niet worden geweigerd.
Motiveringsbeginsel
Als een besluit wordt genomen moet duidelijk zijn waarom dit besluit is genomen. Het besluit moet gemotiveerd worden. Iedereen moet het besluit kunnen begrijpen. Op deze manier kan worden nagegaan of een besluit zorgvuldig is genomen. Om een besluit te kunnen nemen moet het overheidsorgaan voldoende kennis hebben van de omstandigheden.
Er mag dus geen sprake zijn van het nemen van een (voor aanvrager) negatief besluit omdat de ambtenaar een slecht weekend heeft gehad.
Zorgvuldigheidsbeginsel
Zoals ook hiervoor is aangegeven, moet een besluit zorgvuldig worden genomen. Alle belangrijke omstandigheden moeten worden meegenomen. Ook moet degene die het besluit nemen van voldoende kennis zijn voorzien. In feite neemt het college van burgemeester en wethouders de meeste besluiten voor een gemeente.
De dienstdoende ambtenaar dient het besluit dus goed voor te bereiden en het college zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van de feiten en omstandigheden die van belang zijn om een goed overwogen keuze te maken.
Détournement de pouvoir
Détournement de pouvoir vertaald uit het Frans betekent machtsmisbruik. Een bestuursorgaan mag geen misbruik maken van de aan hem toegekende wettelijke bevoegdheden. In artikel 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht staat: “Het bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend.”
Een uitspraak van de Raad van State geeft een voorbeeld. Het is een gemeente niet toegestaan bepaalde voorwaarden te stellen bij het geven van vrijstelling van een bestemmingsplan. De gemeente wil als voorwaarde stellen in een contract met een projectontwikkelaar dat de kosten worden betaald door de projectontwikkelaar en de woningen alleen verkocht mogen worden aan ingezetenen van de gemeente.
De gemeente misbruikt hierbij haar bevoegdheid om een vrijstelling te geven om woningen te bouwen. De gemeente mag alleen voorwaarden gebruiken die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Dat heeft zij niet gedaan. De gemeente heeft het verbod van détournement de pouvoir geschonden en de overeenkomst is nietig.